Voor een soepele overgang van een basisschool van Stichting PCOAZ naar het DevelsteinCollege is het prettig als je als kind goed voorbereid bent op het voortgezet onderwijs. Daarom stemmen experts uit beide organisaties het rekenonderwijs op elkaar af en zorgen zij zo voor een betere aansluiting en doorlopende leerlijn op dat gebied.
Belangrijke reden om extra aandacht te besteden aan het rekenonderwijs is dat de exameneisen landelijk zijn aangescherpt voor een betere aansluiting op het vervolgonderwijs en daarmee op de arbeidsmarkt. De prestaties van leerlingen voldoen echter nog niet altijd aan het vereiste niveau.
Er zijn verschillen in de wiskundige benadering en het leren gebruiken van formules in het voortgezet onderwijs ten opzichte van het leren rekenen in het basisonderwijs. Afstemming van de aanpak door de rekenexperts levert duidelijke winst op. Zij leggen hun methodes naast elkaar en overleggen over de didactiek: hoe worden opgaven uitgelegd? Maar het gaat ook over praktische dingen, zoals het gebruik van rekenmachines en werkvormen. In het basisonderwijs wordt de nadruk gelegd op inzicht, waardoor kinderen het geleerde in de dagelijkse praktijk sneller kunnen gebruiken. “Wij besteden tegenwoordig meer tijd aan begripsvorming, zodat kinderen leren hun eigen strategie te gebruiken om een probleem op te lossen,” vertelt Cornelis van Seventer, leerkracht en rekencoördinator op de Julianaschool.
Bij het LOC@ is expert Dicky van Berkel tevreden over de onderlinge afstemming: “Doorlopende leerlijnen op het gebied van rekenen zijn voor ons erg belangrijk. Leerlingen van het vmbo basis en kader hebben vaak moeite met rekenen, het is prettig als mogelijke problemen in een vroeg stadium gesignaleerd worden.” Op de andere vestiging van het DevelsteinCollege, voor vwo, havo en vmbo-t, werd vorig jaar nog een nieuwe rekenmethode ontwikkeld door onder meer Trudy Kerkhof, docente wiskunde en rekencoördinator, waarbij ook het basisonderwijs werd geraadpleegd.
Voor komend schooljaar ontwikkelen de rekenexperts gezamenlijk een overgangsboekje voor leerkrachten en leerlingen in groep 8. “Dit boekje wordt een praktisch document dat een waardevolle rol kan spelen bij een goede aansluiting van het rekenonderwijs,” besluit Cornelis. “Het bevat informatie over wat wordt verwacht in het voortgezet onderwijs en waar leerlingen dus naartoe werken.”