‘Samenwerking en vernieuwing in het belang van kinderen’

PIT kinderopvang & onderwijs heeft feestelijk afscheid genomen van bestuurder Ad Vos die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Ter gelegenheid hiervan heeft Paul Leseman, hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit Utrecht, de lezing ‘Investeren in het jonge kind loont – maar alleen als we hart en verstand gebruiken’ gehouden voor relaties en medewerkers van PIT. Marjolein Triest is de nieuwe bestuurder van PIT.

Ad Vos ging op 15 juni 1978 aan de slag als onderwijzer van klas 5 op een Rotterdamse lagere school. Sindsdien heeft hij zich met hart en ziel ingezet om kinderen de beste basis voor een mooie toekomst te bieden. Samenwerking en vernieuwing vanuit de overtuiging dat kinderen en professionals ontwikkelrecht hebben, vormen de rode draad in zijn loopbaan. Niet voor niets was hij een van de grondleggers van PIT in 2015, koploper in de integratie van opvang en onderwijs en in het bieden van een doorgaande ontwikkellijn met spelen, spelend leren, leren en lerend spelen voor kinderen van 0 tot 13 jaar.

Werkgeluk

“Ieder kind moet op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo de juiste bagage meekrijgen om toekomstdromen waar te kunnen maken. Daar geloven we in bij PIT en dat doen we dus ook. We organiseren het rond de kinderen zo dat we hun de beste ontwikkelkansen bieden,” aldus de scheidend bestuurder. “Niet het systeem met alle regelgeving, maar de kinderen zijn voor ons leidend. We hebben een duidelijke visie die breed wordt gedragen binnen onze organisatie. Dat is onze kracht.” Hij benadrukt dat het recht van kinderen op persoonlijke en maatschappelijke/ sociale ontwikkeling vereist dat dit recht ook geldt voor medewerkers. “Daarom besteden we veel aandacht aan autonomie en werkgeluk voor onze professionals. Alleen dan kan iedere PIT’er bevlogen en enthousiast werken en kunnen we als geheel succesvol zijn en blijven in alles wat we doen in het belang van de kinderen en hun ouders.”

Basisvoorziening

Landelijk gezien zoeken kinderopvang en basisonderwijs elkaar steeds meer op. “Gelukkig groeit het inzicht dat samengaan grote meerwaarde heeft. Daarbij zie ik wel vaak handelingsverlegenheid en ook dat er veel meer gaande is dan de overheid kan bijhouden. Volgens mij is het onvermijdelijk dat kinderopvang en basisonderwijs samen één basisvoorziening gaan vormen. Dat is het logische en noodzakelijke vervolg op de integratie van de kleuterschool en de lagere school in het basisonderwijs. Bij PIT weten we als geen ander dat dat ingewikkeld is. Het vraagt moed en het liefst ook politieke wil. Alles zou makkelijker gaan als de overheid zou meewerken, maar daarop wachten is geen optie. Zo mag het uitstellen van de gratis kinderopvang met twee jaar niet betekenen dat we allemaal gaan afwachten, we moeten door. Dat geldt ook voor de rijke ontwikkeldag die we bij PIT nu aan het vormgeven zijn.”

Eerste levensjaren

Hij vindt dat zo belangrijk dat hij daar vanaf 1 juni 2023 als (technisch) voorzitter van de Vereniging Netwerk Kindcentra aan wil bijdragen. “Kennis delen, adviseren en organisaties in kinderopvang en onderwijs maximaal helpen om juist die stappen te zetten die ieder kind en wij als maatschappij zo hard nodig hebben. Waar we nu veel geld, tijd en energie steken in het oplossen van allerlei ontwikkelproblemen op het gebied van gedrag en geestelijke gezondheid moeten we alles op alles zetten om die te voorkomen. De ontwikkeling vanaf negen maanden voor de geboorte tot 7 jaar is cruciaal voor je verdere leven. Juist daarin moeten we met elkaar, professionals, politiek, ouders, iedereen om het kind, investeren. Samen zijn we verantwoordelijk voor de toekomst van kinderen en een goed fundament daarvoor leg je in de eerste levensjaren. Ik vind het onbegrijpelijk en onacceptabel dat we daar zo lichtvaardig mee omspringen. We moeten toe naar een rijke ontwikkeldag waarin het kind ons uitgangspunt is en opvang, onderwijs, ontspanning, ondersteuning en opvoeding samenkomen in een doorlopende lijn met uitdagende activiteiten die inspelen op de behoeften van ieder kind. Van 0 tot 13 jaar, maar liever nog tot en met het behalen van het diploma van de middelbare school.”